post@deschoneschrijfster.nl 06 24 21 18 09

6 tips voor het perfecte Sinterklaasgedicht

28/11/2016

tips-voor-sinterklaasgedichten-paula-olga-300x300

De Sint is weer in het land. Heb jij al lootjes getrokken voor 5 december? Zijn de cadeautjes in huis, maar zit je nog te ploeteren op je gedicht? Collega-onderneemster Paula van Gemen en ik geven je zes tips voor het perfecte Sinterklaasgedicht. Veel succes met rijmen!

 

Tip 1 Bedenk een afgerond verhaal

Als je je wilt onderscheiden, dan moet jouw gedicht ergens over gaan. Het verhaal moet leidend zijn en niet de rijmwoorden. Bedenk dus eerst een duidelijk verhaal, met een mooi verloop én een clou (zie tip 2!). Het begin is gemaakt. De rijmwoorden komen later wel.

Gedeelte van gedicht voor puberdochter, het thema is natuurlijk moeders …

Sowieso is het heel lastig;
Moeders in het algemeen.
Zeker in een straal van duizend
meter om het schoolplein heen.

Beter op een grote afstand,
Liefst dat er geen moeder was.
Maar ben je een boek vergeten,
komt ze toch wel weer van pas.

Tip 2 Schrijf eerst de laatste regels van je gedicht

Het klinkt tegenstrijdig: beginnen bij het eind. Toch werkt het geweldig! Je weet dan zeker dat je einde goed is. Bedenk dus wat jouw clou is en begin met schrijven en rijmen. Zorg daarbij voor humor! Men zegt niet voor niets: het venijn zit in de staart.

Slotregels van gedicht voor kind dat 20 boeken voor haar boekenlijst moet lezen

Sint is trots, kan hij vertellen,
dus neem dit cadeau maar aan.
Als je er heel snel doorheen bent,
negentien dan nog te gaan.

Tip 3 Bedenk opvallende details over jouw lijdend voorwerp

Over iedereen valt wel iets gênants, raars of pikants te vertellen. Dik de slechte of merkwaardige eigenschappen van de persoon voor wie je schrijft behoorlijk aan. Eén keer per jaar mag dat, dus geniet ervan! Je mag alleen niet onbeschoft of te intiem worden.

Gedicht voor jouw vriendin die keer op keer verliefd is op een andere man

Mannen heeft ze, bij de vleet
En elke keer is het ‘de ware’
Ik houd het niet meer bij
Weet niet hoeveel ze er versleet

Tip 4 Maak mensen aan het lachen

Iedereen wil de lachers op zijn hand hebben. Ja toch? Neem jezelf (en je gedicht) daarom niet te serieus. Schrijf bijvoorbeeld één heel lange zin in je gedicht. Of een zin die compleet uit het ritme is, maar die wel rijmt. Dan wordt er gelachen. Gebruik vreemde woorden, schrijf voor een deel fonetisch in een andere taal en gebruik dubbelzinnigheden.

Een voorbeeld van dubbelzinnigheid

Ik ben de douchekop op drie hoog
en kijk op jullie neer
Ik zie vaak meisjes in mijn buurt
en soms een jongeheer.

Tip 5 Kies voor een makkelijk rijmschema

Wat kies je: AABB, ABAB, ABCB of iets anders? Ach, als het rijmt en je het consequent toepast, is het al gauw goed. Onze favoriet is ABCB. Alle voorbeelden in dit blog volgen dit metrum. Doordat maar twee zinnen hoeven te rijmen, kun je je meer focussen op je verhaal.

Voorbeeld van het rijmschema ABCB

Aandacht kon je volop geven:
Bij geboorte en bij dood
of bij huwelijk of verjaardag
jouw betrokkenheid is groot.

Tip 6 Zorg dat het goed voor te lezen is

Lees je gedicht een paar keer door om te testen of het lekker loopt. Als je het makkelijk wilt maken voor de lezer, dan schrijf je de accenten in je tekst met een hoofdletter. Of vetgedrukt. Dat helpt! Nog een tip voor een lekker ritme: neem de melodie van een liedje in je hoofd en maak op de melodie je gedicht.

Voorbeeld van een goed metrum

Daarom heeft de Sint besloten:
Laat Marjan het zelf maar doen.
Bonnen werken toch veel beter,
dan een pakje in een schoen.

PS Wees niet te serieus. Stel niet te hoge doelen. En gebruik ook gewoon lekker clichés en suffe rijmwoorden als het je uitkomt. Want ‘roe’ is nog steeds een woord dat lekker rijmt op ‘toe’. En ‘ruilen’ en ‘huilen’ zijn ook goede vrienden. Gewoon doen. Het moet wel leuk blijven!